Sierduiven
J.Luchtmeijer


TERRITORIAAL GEDRAG



Duivenparen hebben hun eigen revier of territorium. Dit territorium wordt steeds door de doffer verdedigd en nauwelijks door de duivin. Aan de grenzen ervan wordt gevochten waardoor de grenzen verlegd kunnen worden.

Naast nest- en rustplaatsen worden zulke territoria in het hok gevormd door alle zitplaatsen. Door de doffers wordt hard gevochten om de hoogste zitplaatsen en deze worden hardnekkig verdedigd.

De grootte van het territorium is afhankelijk van het aantal duivenparen per m2 grondoppervlakte en per m3 inhoud van het hok. Hokken mogen daarom dan ook niet overbevolkt zijn.

Het is beter vechtpartijen tussen doffers te voorkomen, omdat ze een ongunstige effect hebben op de lichamelijke gesteldheid en het voortplantingsvermogen van de fokdieren.

Territorium verdedigende doffers.


De grootte van het territorium dat de duivenparen tot hun beschikking hebben bepaalt hun sociale condities, met name de mate van invloed van doffers. Gepaarde doffers genieten onder de bewoners van het hok een grotere achting dan ongepaarde. Bevindt er zich onder vele ongepaarde dieren slechts één paar, dan onderdrukt de betreffende doffer alle andere duiven.

Jonge doffers beschikken net als duivinnen maar over één zitplaats zolang het ze niet lukt om zich door uitdagend gedrag tegenover oudere doffers staande te houden.

Zodra ze geslachtsrijp zijn zoeken de doffers allereerst een nestplaats en, van daaruit hun territorium met meerdere zitmogelijkheden. Hun broedplaatsen zoeken ze het liefst in de buurt van het broedhok van hun ouders, omdat vaders zich vredelievender gedragen ten opzichte van hun zonen dan tegenover andere doffers. De nestomgeving van paren wordt door alle andere doffers en duivinnen gezien als een taboezone.

In tegenstelling tot doffers zoeken duivinnen altijd rustplaatsen binnen hun territorium. Als ze gestoord worden door andere duiven, vliegen doffers direct naar hun duivinnen en verdedigen hen. Duivinnen verdedigen alleen zichzelf in hun broedkooi.

De voer- en drinkplaatsen in het hok gelden als vrije zones die toegankelijk zijn voor alle bewoners. Daar kunnen de doffers eveneens met elkaar botsen en vechten. Meestal wijkt dan het ene dier voor het andere en neemt liever een andere plaats bij de voer- of drinkbak.




Naar volgende hoofdstuk.


Terug naar Het gedrag van duiven.