Sierduiven
J.Luchtmeijer


OP BEZOEK BIJ TWEE TURKSE DUIVENFOKKERS


Tufsteen rotsformaties in Cappadocië.


Tijdens onze vakantiereizen zoeken we altijd de omgeving af naar sierduiven en wilde duiven. Met name om ze te fotograferen en zo mogelijk in contact te komen met de fokkers. Dat valt meestal tegen.

Verlaten duivenhokken met broedcellen en vlieggaten.

Broedcellen, te zien doordat de voorzijde van het hok

weg geërodeerd is.

Verwilderde duiven zijn in alle steden wel te vinden in de parken, bij de fonteinen en soms heel fraai op de standbeelden die zijn opgericht voor de plaatselijke helden. Echte sierduiven zien we helaas zelden. Maar dat is natuurlijk niet zo vreemd. Ook als je in Nederland door de steden of dorpen rijdt, zie je niet vaak vrij-vliegende sierduiven.


Güvercinlik vadisi, ofwel Duivenvallei.


Bij onze trektocht in 2004 door Turkije hadden we meer geluk. En wel voor het eerst op onze reis door Cappadocië.

Cappadocië is een centraal in Turkije gelegen landstreek met een eigen karakter. Het gebied wordt ook wel Midden-Anatolië genoemd. Het Cappadocische landschap is ontstaan  door vulkaanuitbarstingen ongeveer 30 miljoen jaar geleden. De hierbij over 4000 km2 uitgebraakte as verdichtte zich tot een zachte poreuze tufsteen. Door wind, regen en sneeuw erodeerde dit tot merkwaardige kegelvormige rotspartijen; de zachte delen werden weggespoeld en gewaaid, de hardere delen bleven staan.

In deze zachte rotsformaties hebben mensen door de eeuwen heen hun huizen, kerken, kloosters en ook duivenverblijven uitgehakt. In de loop der jaren zijn veel huizen weer weg geërodeerd. Vaak is dan de “voorgevel” niet meer aanwezig en kijk je in de verlaten kamers.

Rotswoning van boven gezien, links de schuur en

het duivenhok, rechts de voordeur.

De echtgenote van onze fokker voor de ingang van

haar rotswoning.

In vroeger tijden moeten er in dit gebied zeer veel duivenfokkers hebben gewoond. Er zijn namelijk nog restanten te zien van duizenden duivenhokken! Van sommigen is de voorgevel nog intact en zie je een deuropening met ernaast of erboven de vlieggaten. Van andere is de voorgevel verdwenen en kijk je in het lege hok met zijn in de rotsen uitgehakte broedcellen.

Links het duivenhok, rechts de schuur.

Takla tuimelaar rustend op de deur van het hok.

Bij Üçhisar is zelfs een hele vallei genoemd naar de duiven, namelijk de “Güvercinlik vadisi” ofwel “duivenvallei”. Ondanks dat er in het verleden zeer veel duiven gefokt moeten zijn in dit gebied, hebben wij er nauwelijks nog duiven gezien.

Onze gids bracht ons echter bij een van de weinige mensen die nog in een rotswoning woonde. Met eigen handen had hij zijn huis in de rotsen uitgehouwen; een 5! kamerwoning met daarnaast een duivenhok.

Aangezien hij alleen Turks sprak en wij in het geheel niet, was de conversatie wat moeizaam.

Als ras fokte hij Takla tuimelaars. Maar gezien zijn gevorderde leeftijd ook niet meer in grote getale.

Het duivenhok, rechtsonder de toegang voor de hond.

Het simpele interieur van het duivenhok.

Het duivenhok lag naast de schuur van het huis. Er was een kleine deur die toegang gaf naar een vrijwel volledig donker hok. Boven en naast de deur zaten enkele vlieggaten. Als zitplaats werd een eenvoudige grote stok gebruikt. Broedkooien waren er niet. Het hok werd bewaakt door een hond, die toegang had tot het hok via een eigen ingang. Veel duiven had deze fokker niet meer.

De bijgaande foto’s geven er een goed beeld van.



Verder trekkend kwamen we tenslotte in Istanbul, de oude hoofdstad van Turkije. In Ankara, de nieuwe hoofdstad hadden we geen duif gezien. Ook niet in Konya waar vandaan toch meerdere rassen afkomstig zijn, zoals de door ons gefokte Seltsjoekse koningstuimelaars en de Konya witstaart tuimelaars.

         Duiven bij de Blauwe Moskee.

Maar midden in een toeristisch gebied in de oude stad van Istanbul hadden we opnieuw het genoegen meerdere sier- en vliegduiven aan te treffen.

Nota bene direct naast de Sultanahmet Camii of wel de Blauwe Moskee, algemeen beschouwd als de mooiste en weelderigste moskee van Istanbul. Hier vlogen tientallen duiven in de lucht of zaten op de muren van de moskee. Het waren zowel typische vliegduiven, als rassen die bij ons alleen nog als sierduif worden gefokt. Tot onze verbazing had een Turkse duivenfokker zijn hok vlak naast de Blauwe Moskee. Hij fokte meerdere rassen, minder voor de sier als voor het vliegen. Hij was zeer bereidwillig een en ander van zijn duiven te laten zien.


Fokker met zoon in Istanbul bij zijn hok.


Helaas sprak ook deze fokker alleen maar Turks, zodat een uitgebreide conversatie uitbleef. Wel was ook hij zeer gecharmeerd eens een fokker van ver te ontmoeten.

In zijn betrekkelijk kleine hok zaten tientallen dieren. Als zitjes gebruikte hij driehoekzitjes. Broedkooien waren niet aanwezig. We zagen vooral veel wamduiven. Ondanks het overvolle hok zagen de dieren er zeer vitaal uit. Ze waren erg tam en lieten zich goed richten. Om ze goed te laten vliegen had hij alleen maar doffers, zo'n 70 stuks.

Krulvederige Syrische wamduif doffer met fraaie voetversiering.

Adana doffer met fraaie hals- en voetversiering.

De doffers droegen aan hun hals en voeten fraaie sierraden. Duivinnen blijken niet met sieraden worden voorzien.

Om hun vliegkunsten te laten zien, gaf de fokker zijn zoon de opdracht de duiven te laten vliegen. En al zwaaiende met een grote schapenvacht joeg hij de vogels de lucht in. De dieren hadden duidelijk plezier in het vliegen. Ze deden dit in groepsverband. Met de voerbus werden ze vervolgens vlot naar beneden en in het hok gelokt, opdat ik in de gelegenheid zou zijn ze te fotograferen.  

De duiven worden gejaagd.

Interieur van het hok in Istanbul.

Al met al waren dit voor ons onverwachte, maar zeer gewaardeerde contacten met beide Turkse fokkers.